De middelen die gebruikt worden door hen die verlangen op te wassen in de genade.
Opwas is Gods gave (Jak.1:17).
Maar toch moeten we altijd in gedachten houden dat het God behaagt om door middelen te werken. Hij die in genade wil opwassen, moet de middelen voor die opwas gebruiken. Een gelovige, iemand die door de Geest is levend gemaakt, is een wezen met capaciteiten en verantwoordelijkheden. ‘De ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden’(Spr. 13:4).
IJver in het gebruik van de persoonlijke genademiddelen. Het persoonlijk gebed, het persoonlijke lezen van de Schrift en persoonlijke meditatie en zelfonderzoek. Degene die zich voor deze drie dingen geen moeite getroost, moet nooit verwachten dat hij zal groeien. Dit zijn de wortels van het ware christendom. Als iemand hier verkeerd zit, zit hij heel de weg verkeerd. Weinigen lijken te denken aan de absolute noodzaak om tijd vrij te maken om te spreken met ons hart, en stil te zijn. Maar zonder dit is er zelden enige diepgaande geestelijke welvaart.
Het zorgvuldig gebruik van de openbare genademiddelen. De gewone zondagse erediensten, het samenkomen met Gods volk in gemeenschappelijk gebed en lofprijzing, de prediking van het Woord en het sacrament van het Avondmaal des Heeren. De manier waarop deze openbare genademiddelen gebruikt worden spelen een grote rol in de welvaart van de ziel van de gelovige. Het is een teken van een slechte gezondheid wanneer iemand zijn trek in eten verliest. Het is een teken van geestelijke achteruitgang wanneer we onze smaak in de genademiddelen verliezen.
Waakzaamheid over ons gedrag in de kleine dingen van het alledaagse leven. Ons humeur, onze tong, het vervullen van onze taak in de verschillende levensrelaties, onze tijdsbesteding, op alles moeten we alert zijn.
Een regelmatige en voortdurende gemeenschap met de Heere Jezus. Laat niemand nu veronderstellen dat ik het heb over het Avondmaal des Heeren. Ik bedoel de dagelijkse gewoonte van een gelovige om met zijn Zaligmaker om te gaan, een omgang die alleen onderhouden kan worden door geloof, gebed en meditatie. Het is, naar ik vrees, een gewoonte waarvan veel gelovigen weinig weten. Iemand kan een gelovige zijn en zijn voeten op de rots hebben staan, terwijl hij toch ver beneden zijn voorrechten leeft. Het is mogelijk om met Christus ‘verenigd’ te zijn en toch weinig of geen gemeenschap met Hem te hebben. Zulk een gewoonte om met Christus om te gaan, is duidelijk iets meer dan een vaag, algemeen vertrouwen in het werk dat Christus voor zondaren deed. Het is dicht bij Hem komen en Hem met vertrouwen aangrijpen. Dit bedoel ik met gemeenschap. We moeten ernaar zoeken een persoonlijke, innige betrekking met de Heere Jezus te hebben. We moeten beseffen wat het is om ons in iedere nood eerst tot Hem te wenden, met Hem te spreken over elke moeilijkheid, al onze smarten voor Hem uit te spreiden, Hem in al onze vreugden te laten delen, alles te doen als voor Zijn ogen, en elke dag leunend en ziende op Hem te beleven.
Dit is de manier waarop Paulus leefde: ‘Het leven is mij Christus’ (Filipp. 1:21). De onbekendheid met deze manier van leven maakt dat zoveel mensen geen schoonheid zien in het boek Hooglied.
Weten we iets van de opwas in de genade en verlangen we er meer van te weten? Laten we dan niet verrast zijn als we veel beproeving en verdrukking in deze wereld doormaken. Laten we bedenken dat er in zulke dagen lessen geleerd worden die in de zonneschijn nooit geleerd zouden zijn.
Joh. 15 : 2 ‘Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage’.
Auteur: J.C.Ryle (1816-1900).
Titel: Heiligmaking, pg. 171-180
Uitg.: Om Sions Wil
ISBN: 978-90-74787-86-4
Wilt u Schatgraven niet meer ontvangen? Dan kunt u zich uitschrijven via deze link.
[UNSUBSCRIPTIONURL]