Zondag 12 vraag 31: waarom is Hij Christus, dat is Gezalfde, genaamd?
Antwoord: Omdat Hij van God de Vader verordineerd is, en met de Heilige Geest gezalfd tot onze hoogste Profeet en Leraar, Die ons de verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomenlijk geopenbaard heeft; en tot onze enige Hogepriester, Die ons met de enige offerande Zijns lichaams verlost heeft, en voor ons met Zijn voorbidding steeds tussentreedt bij de Vader; en tot onze eeuwige Koning, Die ons met Zijn Woord en Geest regeert, en ons bij de verworven verlossing beschut en behoudt. (Een gedeelte overgenomen uit een preek van ds. C. Harinck)
Het feit dat Jezus de hoogste Profeet, de enige Priester en de eeuwige Koning is, maakt Hem geschikt om de Redder van gevallen mensen te zijn. Gevallen zondaren zijn blind, verduisterd in het verstand en weten de weg naar de redding niet. Zij hebben een Profeet nodig om hen de weg der zaligheid te leren. Gevallen mensen staan schuldig voor God. Ze hebben Gods geboden overtreden en God hun Schepper vertoornd. Zij hebben een Priester nodig, Die hun schuld boet en hen met God verzoent. Gevallen mensen zijn slaven van zonde en satan. Zij hebben een Koning nodig, Die hun bevrijdt en hen beschermt. De ambten van Christus passen bij de nood van de gevallen mens. Jezus is een drievoudige Verlosser voor een drievoudige nood. Onze ellende is drievoudig. Ons verstand is door de zonden verduisterd, onze ziel is door de zonde verontreinigd en onze wil is door de zonden verkeerd en opstandig. Deze drievoudige kwaal vereiste een drievoudig geneesmiddel. Het vereiste een profeet om onze onwetendheid te verlichten; een priester om onze schuld te verzoenen en een koning om ons uit de slavernij te bevrijden. En wie kon dit grote werk doen? Niemand anders dan Jezus, Die niet alleen waarachtig en rechtvaardig mens is, maar tegelijk ook waarachtig God. Niemand anders kon deze drie ambten dragen dan Jezus, de van God gezalfde Messias.
Jezus is de Profeet Die wij nodig hebben. Hij heeft de verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomenlijk geopenbaard. Wij weten nu alles wat wij omtrent onze verlossing weten moeten. Het is ons duidelijker geopenbaard dan ooit tevoren. Alle heilsfeiten liggen achter ons, alleen de wederkomst wacht nog. Alles is ons geopenbaard en wel op een volkomen wijze. Wanneer we in de kerk groot zijn geworden, goed naar de prediking hebben geluisterd, catechisatie hebben gevolgd, kinderen Gods hebben horen spreken over de verlossing in Christus, weten we er nog véél meer van dan anderen. Je kunt je afvragen: hebben we dan Jezus als Profeet nog wel nodig? En toch is Jezus ook vandaag nodig als Profeet om ons de raad Gods tot zaligheid te leren. Dat komt vanwege de duisternis die heerst in ons verstand. Met al onze verstandelijke kennis van de Bijbel en de weg der zaligheid, ontbreekt ons toch de ‘zaligmakende’ kennis van Jezus. We weten misschien veel over Hem, maar kennen Hem niet met troost en zaligheid voor ons hart. De mensen die op de pinksterdag Petrus hoorden, bezaten de boekrollen van de profeten, hadden kennis van de Messias en de weg der zaligheid, en toch riepen zij in grote verslagenheid en onwetendheid: ‘Mannen broeders, wat zullen wij doen?’ We zouden tot zulke mensen kunnen zeggen: Je hebt toch de Bijbel in huis? Je hebt toch honderden preken gehoord? Je weet toch hoe een zondaar zalig wordt? Wanneer we persoonlijk onze zonden en ellende leren kennen, blijkt dat niet voldoende te zijn. Dan weten we het niet meer. Onze historische kennis kan ons dan niet meer helpen. Hoe komt dat? Het komt omdat het dan niet meer over anderen gaat, maar over mij! De vraag is dan: is er voor mijn zonden wel verzoening? Is er voor zo een als ik ben wel redding? Voor een zondaar die Gods geboden zo snood heeft overtreden, zich zo tegen de Heere heeft verhard, het Evangelie zo heeft veracht en Gods goedheid zo heeft misbruikt? Dan vragen we: kan ik zalig worden? Jezus is dan nodig om onze onwetendheid te verlichten en ons de weg der zaligheid te leren. De Heere Jezus heeft dat persoonlijk gedaan bij de Emmaüsgangers. Dat waren ook mensen die het niet meer wisten. Zij hadden Jezus horen preken en wonderen zien doen. Zij kenden de profeten en hadden geloofd dat Jezus er de vervulling van was. Je zou zeggen: die mensen wisten alles wat je weten moet. Maar het blijkt dat ze het niet wisten. Toen heeft Jezus die Emmaúsgangers de weg der zaligheid geleerd. Hij opende voor hen de Schriften. Hij verlichtte hun verstand en hart door Zijn Geest en begonnen hebbende van Mozes en van al de Profeten leerde Hij hen: ‘Moest de Christus niet al deze dingen lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?’ Toen Jezus hen zo vanuit de Bijbel onderrichtte, ging het licht op in hun duistere hart. Het grote struikelblok, het kruis van Golgotha, werd weggenomen. Er viel licht over Golgotha. Zij verstonden dat de weg der zaligheid over Golgotha’s kruis loopt. Zij begrepen dat Jezus om hun overtredingen was verwond, om hun ongerechtigheden was verbrijzeld en dat Hij door de straf voor hun zonden te dragen, vrede met God had verworven.
Zo wil de Heere ook nu nog schuldverslagen zondaren door Zijn Woord en Geest, door de prediking en het lezen van de Schrift, de weg der zaligheid leren. Wanneer de Schriften opengaan en de Geest ons verstand verlicht, brengt dat ons een kennis van Jezus en de weg van de zaligheid, die de historische kennis te boven gaat. Het is een kennis die het verwonde geweten geneest, Jezus onuitsprekelijk dierbaar maakt en God doet kennen als in Christus verzoend en bevredigd. Het brengt ons ‘zaligmakende’ kennis van Jezus en de weg der zaligheid.
Auteur: Ds. C. Harinck
Titel: onderwijzing in de christelijke leer, Zondag 12
Uitg.: Den Hertog
ISBN: 9789033124907