Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.
Het is geen gemakkelijke zaak om aan Gods rechtvaardigheid vanwege de zonde voldoening te geven, en om de wegneming van de toorn en vloek, die de mensen door de zonde over zichzelf heen gehaald hebben, tot stand te brengen. Offergaven van stieren en bokken, en duizenden van rammen en tienduizenden van oliebeken kunnen het niet tot stand brengen. (Micha 6:7). Daarom heeft de Heere in Zijn wijsheid het middel tot verzoening uitgevonden, en in Zijn afdalende liefde en genade heeft Hij bepaald dat Zijn Zoon, Zijn Metgezel, als een onbevlekt Lam een zondoffer zou zijn om de zonden van Zijn uitverkoren wereld weg te nemen. Dit is de grote zaak die wij moeten bedenken betreffende de dood van Christus, Die Zichzelf hierin tot een offer voor de zonde gesteld heeft, en Die tussengetreden is om aan de Goddelijke rechtvaardigheid te voldoen, opdat wij hierdoor vergeving van zonden ontvangen kunnen.
Redenen om aan mensen de noodzakelijkheid van de gebruikmaking van Christus’ offerande voor te houden:
Als mensen niet onder de zonden zouden liggen, en niet aan de toorn onderworpen waren, of als er nog een ander middel was om aan de vloek en de toorn van God te ontkomen, dan zou er zulk een noodzakelijkheid niet zijn. Maar aangezien dat er niets anders is dat de zonde kan wegnemen, zo is er een absolute noodzakelijkheid om ernstig gebruik te maken van, en om een aandeel te hebben in dit offer voor de zonde.
1. Het merendeel van de mensen in de wereld, en zelfs van degenen die dit Evangelie horen, maken geen gebruik van dit offer voor de zonde, hoewel zij op een zekere manier overtuigd zijn dat zij zondaars zijn. En toch zijn er onder deze mensen velen die nooit gebruikmaken van Christus en van Zijn offerande om hun zonden weg te nemen, om Gods toorn te stillen, en om zich met God te verzoenen. Velen gaan onder het Evangelie verloren, die met hun mond dit enige offer wel erkennen, en zeggen dat dit offer alleen de zonde wegneemt.
2. We zullen nauwelijks iemand vinden, die wil erkennen dat hij geen gebruik van Hem maakt. De mensen zullen er spoedig van overtuigd zijn dat overspel zonde is, dat dronkenschap en schending van de sabbat zonden zijn, dat afdwalende gedachten in de plichten van de godsdienst zonden zijn, en dat zij er schuldig aan staan. Maar het is niet gemakkelijk om hen ervan te overtuigen dat zij schuldig staan aan de zonde van niet gebruik te maken van Christus en Zijn offerande. Ja, zij zijn zo verwaand vanwege een goede mening over zichzelf, dat zij om zo’n beschuldiging zullen lachen.
3. Bedenk hoe droevig de teleurstelling voor zondaars op de dag des oordeels zal zijn, wanneer zij ertoe gebracht worden om te erkennen dat zij geweten hebben dat er geen andere naam onder de hemel gegeven was waardoor zondaars konden zalig worden, dan de Naam van Jezus, en dat zij Hem toch geminacht en verworpen hebben. Denkt u eraan dat het uitspreken van het vonnis op déze grond zal zijn, of u al dan niet tot Jezus Christus gevlucht bent en van Zijn offerande gebruikgemaakt hebt?
Wat is het om van Christus’ offerande gebruik te maken? (hierover in de volgende schatgraven).
Auteur: James Durham (1622-1658)
Titel: Christus gekruist of het merg van het Evangelie, Pg. 526-529
Uitg.: Den Hertog
ISBN: 9789033131783